De volgende dag wil ik over col di Tenda rijden. De pas schijnt voorzien te zijn van gravel maar is zelfs met een toermotor te berijden. Dit leek me wel wat omdat ik wel even genoeg echte off-road wegen had gehad.
Op een bepaald moment rijd ik verkeerd. Ik heb het echter te laat in de gaten en kom uit op een skipiste.
Op het moment dat ik in de gaten heb dat ik verkeerd ben gereden en niet op de col di Tende ben is het te laat om nog terug te keren. Het wegdek wordt zeer ruw en vereist alle concentratie om de GS op de weg te houden.
Na een kilometers lange oude militaire weg kom ik terecht op de colle del Lago Signori.
Als ik wil stoppen glijdt mijn voet weg en heb ik de GS op zijn linkerkant liggen. Het kost me even wat inspanning om de GS weer rechtop te krijgen maar het lukt wel.
Achteraf bleek dat ik over de Via del Sale ben gereden. Het is een oude militaire weg die de grens tussen Frankrijk en Italië vormt.
Na nog kilometers over slechte wegen te hebben gereden kom ik in de middag eindelijk aan bij de middellandse zee.
Vanaf de kust rijd ik weer naar het noorden en rijd de 1607 meter hoge Col de Turini over.
Naar mijn mening één van de mooiste knalpassen.
De Col Saint Martin is een niet al te interessante pas.
In Isola breng ik de nacht door in een echt Frans hotel. Ik kom er tegen de avond aan en krijg er zelfs nog een prima bord met eten. De kamer en het ontbijt zijn echt Frans.